Содержание
- 2. Vragen over de inhoud 1. Noem de helden van het sprookje.
- 3. Vragen over de inhoud 2. Wie is wie? a) Het nijlpaard b) De mier c) De
- 4. Vragen over de inhoud 3. Waarom besloot het nijlpaard naar de lucht te verhuizen?
- 5. Vragen over de inhoud 4. Hoe kwam het nijlpaard naar de lucht? Wat heeft hij ervoor
- 6. Vragen over de inhoud 5. Wat nam het nijlpaard mee wanneer het naar de hemel verhuisde?
- 7. Vragen over de inhoud 6. Vond het nijlpaard het leuk om in de lucht te leven?
- 8. Vragen over de inhoud 7. Waarom besloten de eekhoorn en de mier het nijlpaard te bezoeken?
- 9. Vragen over de inhoud 8. Wat besloten ze hem te geven en waarom?
- 10. De vijver
- 11. Vragen over de inhoud 9. Hoe reageerde het nijlpaard op het cadeau? Wat begon het meteen
- 12. Vragen over de inhoud 10. Wat verwachtten de eekhoorn en de mier van het nijlpaard? Wat
- 13. Vragen over de inhoud 11. Waarom heeft het nijlpaard het gedaan? Wat is uw indruk van
- 14. OEFENINGEN DEEL 2
- 15. Oefeningen 1. Noem de spullen die het nijlpaard meenam.
- 16. Oefeningen Het bed Het krukje De vork
- 17. Oefeningen 2. Vul in DE \ HET \ EEN: Hij zette ___ krukje neer, legde ___
- 18. Oefeningen 3. Vertaal de woorden en noem 3 werkwoordformen
- 19. Timmeren ‘Hij had nog ergens een paar ladders liggen, timmerde ze aan elkaar vast en zette
- 20. Klimmen – klom – geklommen забраться, подниматься Klimmen ‘Even later klommen zij langs de ladder omhoog’
- 21. Vestigen – vestigde – gevestigd обосноваться, осесть, пустить корни Vestigen ‘Hij klom omhoog, wrong zich door
- 22. Neerzetten – zette neer – neergezet поставить, положить Neerzetten ‘Hij zette het krukje neer, legde de
- 23. Zwijgen – zweeg – gezwegen молчать Zwijgen ‘Nou,’ zei de mier, ‘ik zou wel wat hoger
- 24. Tillen – tilde – getild поднять, таскать Tillen ‘We hebben een cadeautje voor je!’ zei de
- 25. Roepen ‘O!’ riep het nijlpaard. ‘De vijver!’ Roepen – riep – geroepen кричать, позвать
- 26. Knikken ‘Zij rustten uit van hun tocht en knikten naar het nijlpaard telkens als hij voorbij
- 27. Bedanken ‘Hij bedankte hen uitvoerig, en breed glimlachend wuifde hij hen na toen zij langs de
- 28. Verdwijnen ‘O!’ riep het nijlpaard. ‘De vijver!’ Hij krabbelde overeind, nam een aanloop en verdween meteen
- 30. Скачать презентацию